Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
De European Research Council (ERC) kent dit jaar aan drie onderzoekers van de UvA een Consolidator Grant toe. De laureaten zijn: Ekaterina Shutova, Antonia Rowlinson en Corentin Coulais. De prestigieuze subsidie is persoonsgebonden en bedraagt per project ongeveer 2 miljoen euro.

Met de subsidie kunnen de onderzoekers zich vestigen als onafhankelijk onderzoeksleider. In totaal kent de ERC dit jaar aan 328 onderzoekers een Consolidator Grant toe. De subsidies zijn onderdeel van het Horizon Europe-programma van de Europese Unie.

Dr. Corentin Coulais (Institute of Physics): Animating Metamaterials using Non-Reciprocity (ANIMETA)
Materialen zoals cellen, weefsel en eenvoudige organismen vertonen diverse eigenschappen die speciaal zijn voor het leven: ze navigeren door hun omgeving, passen zich eraan aan en zijn bestand tegen schade. Het doel van ANIMETA is om inspiratie te halen uit de natuur en synthetische materialen te creëren die in zulke aspecten lijken op levende materialen. Deze ambitie kan nu werkelijkheid worden dankzij grote vooruitgang in Coulais' vakgebied, dat van de mechanische metamaterialen. Deze in het laboratorium gemaakte materialen vertonen functionaliteiten die veelbelovend zijn om eigenschappen van levende materialen te simuleren. Cruciaal is dat die eigenschappen kunnen leiden tot zelfstandige voortbeweging. Vooralsnog blijft de voortbeweging van dergelijke metamaterialen echter slecht begrepen, en ontbreken duidelijke uitgangspunten voor hun ontwerp en controle. Hierdoor stranden metamaterialen op complex en onvoorspelbaar terrein. Coulais stelt voor om deze beperkingen te overwinnen door een nieuwe klasse van vormveranderende metamaterialen te introduceren en robotica toe te voegen aan het gereedschap voor de constructie van metamaterialen. Op deze manier zal hij driedimensionale metamaterialen maken die autonoom kunnen rollen, kruipen en springen, en die optimale voortbewegingsprestaties vertonen op complexe en onvoorspelbare terreinen.

Dr. Antonia Rowlinson (Anton Pannekoek Institute of Astronomy): Using short radio flashes to probe the remnants of neutron star mergers (QuickBlitz)
Neutronensterren zijn stellaire objecten die ongeveer zo groot zijn als Amsterdam (straal van 10 km), maar een massa vergelijkbaar met die van de zon. Daarmee zijn het de objecten met de grootste dichtheid in het heelal. Wanneer neutronensterren samensmelten, produceren ze extreem krachtige uitbarstingen van gammastralen en zwaartekrachtgolven (rimpelingen in de ruimte). Maar er is nog steeds niet bekend waarin die samensmelting resulteert: een zwart gat, of een nog extremere neutronenster? Als ze een nog massievere neutronenster maken, zouden we verwachten korte radioflitsen te zien nadat de fusie heeft plaatsgevonden. Maar zulke korte radioflitsen zijn nog niet met zekerheid waargenomen. Rowlinsons project heeft als doel een antwoord te vinden op de fundamentele vraag ‘wat gebeurt er na fusies van neutronensterren?’. Hiervoor maakt ze gebruik van LOFAR, de grootste laagfrequente radiotelescoop ter wereld. LOFAR staat in Nederland en wordt beheerd door ASTRON (het Nederlandse Instituut voor Radioastronomie). QuickBlitz bouwt ook een nieuws instrument op LOFAR dat de hele zichtbare radiohemel boven Nederland kan afzoeken naar opvallende radioflitsen.

Dr. Ekaterina Shutova (Institute for Logic, Language and Computation): Towards globally accessible language technology and its alignment to cultural contexts (CulturAL)
In de afgelopen twee jaar zijn grote taalmodellen (Large Language Models, LLMs), zoals ChatGPT, op brede schaal toegepast in het dagelijks leven. Naast een aanzienlijke computationele infrastructuur is voor de ontwikkeling van LLM’s toegang nodig tot enorme hoeveelheden data en bronnen in een bepaalde taal. Hierdoor zijn de modellen in de praktijk beperkt tot een handjevol veelgesproken talen en zijn er meer dan 6.000 talen en dialecten zonder toegang tot de nieuwe technologie. Bovendien is onderzoek naar afstemming van grote taalmodellen, dat is gericht op het waarborgen van veilig gebruik, bijna uitsluitend gericht op de Engelstalige wereld. Samen leiden deze problemen tot een grote ongelijkheid in de huidige taaltechnologie (en kunstmatige intelligentie in bredere zin). Om een stap te zetten in de richting van een meer inclusieve en rechtvaardige taaltechnologie gaat Shutova een nieuwe methodologie ontwikkelen voor cross-linguale overdracht van LLM’s naar een breed scala aan (weinig bestudeerde) talen en dialecten, en hun afstemming op diverse culturele contexten. Haar project zal daarmee meertalige natuurlijke taalverwerkingstechnologie bevorderen, door het bereik ervan uit te breiden naar bevolkingsgroepen die er momenteel niet door worden bediend, en het veilig voor hen maken om te gebruiken.